zondag 16 juli ‘23

Beste Moos,

Dit is de tweede keer dat ik aan deze brief begin. Ik wilde zeggen dat het me spijt dat ik niet veel contact heb met jou en de andere kook vriendjes. De tijd loopt nu eenmaal een beetje anders in de Provence. De man die bij ons de dakpannen recht komt leggen zei bijvoorbeeld dat hij “ergens deze week” wel even langskomt. De homme de piscine loopt elke paar dagen op een willekeurig tijdstip de tuin in om specifiek mij de stuipen op het lijf te jagen door in het Frans te zeggen dat het chloor gehalte perfect is, maar hij niet weet waar al die algen vandaan komen. (Mijn vader verdenkt hem ervan dat hij de randen van het zwembad niet goed schoonmaakt).

We hebben nog niet veel gedaan hier. Geen bijzonder dorpje bezocht, geen wandeling gemaakt. Het is ook nogal warm tussen twee en zeven ‘s middags; juist de uren dat je zoiets zou doen. Maar ik heb genoeg beleeft hoor! De omgeving is een soort kuuroord voor de zintuigen (iets dat ik wel nodig had na Rotterdam, haha). Ik ga even het rijtje af, als je het niet erg vindt.

Te zien

De Provence bestaat uit verbleekte aardekleuren: beige, zandkleurige muren, aarderode tegels en dakpannen, groenblauwe olijfbomen, bruine houten meubels en zongebruinde oude mannetjes die jeu de boules spelen tussen de platanen in het dorp. Het dorp - Aups - is een kwartiertje lopen, maar wij stappen ervoor in de auto. Het is erg klein met hoge vaaloranje huizen met blauwe luiken. (Die zie je hier overal. Volgens mij biedt de kleur extra verkoeling of weert het insecten.) Bijna alle straten zijn steegjes waar geen enkele steen recht ligt en een auto niet doorheen past. Er zijn oude zachte katten en er groeien klimplanten over de kozijnen. Elke woensdag en zaterdag is er markt op het plein (naast het oude kerkje waar mijn oma altijd kaarsjes opsteekt). Verder zijn er nog allemaal dieren rond het huis. Je hebt muggen (zeer ernstige plaag, want de kikkers zijn weg uit de vijver van de buurman), motten (mooie grote), gekko’s die de motten eten (daardoor zijn de gekko’s ook mooi en groot). Gisteravond was er een gekko naar binnen gekropen en toen ik hem naar buiten wilde jagen is die onder een kast gekropen. Hij heeft de hele nacht gehad om weer naar buiten te gaan, dus ik hoop maar dat hij de weg heeft gevonden. En natuurlijk de vogels. We horen iedere avond twee uilen naar elkaar roepen vanaf verschillende kanten van de tuin en ik ben diep geïnvesteerd in hun liefdesverhaal. Mijn vader heeft al twee keer een hop gezien, maar ik was elke keer net te laat. Ik weet hoe de hop eruit zou moeten zien vanwege de Franse schoolplaat met vogels die in mijn slaapkamer hangt. Jij zou hem wel mooi vinden, denk ik. Zwaluwen zijn hier ook genoeg. Ze vliegen tijdens het avondeten over het zwembad. We zagen ook een groep duiven met z’n allen een roofvogels wegjagen. Dat is pas gezamenlijke actie.

Te horen

Ik weet niet waarom de verbouwing van de buren in Utrecht me wel stoort, maar alle geluiden hier niet. Elk uur van de dag hoor je wel iets: de krekels en cicaden gaan de hele dag door, vogels van allerlei soorten zingen en kraaien, ‘s nachts hoor je soms honden blaffen (iets minder leuk). En we maken veel muziek. Sjoerd is piano aan het leren op dezelfde vleugel waar mijn opa altijd Debussy op speelde en hij studeert daarnaast elke dag meer dan een uur altviool. We hebben allemaal onze instrumenten mee, dus we spelen in woonkamer Schubert, Deense volksmuziek en mijn ouders maken met hun vrienden (daarover straks meer) salonmuziek. Volgens mij zijn ze van plan om vandaag in een dorpje in de buurt op straat te spelen. Ze hebben al een brief naar de burgermeester van Aups gestuurd en ook zelfs Nice om toestemming te vragen. Ze zijn weer hun studentenvakantie aan het herleven waarin ze Zuid-Frankrijk doorreisden en elke dag ergens anders speelden. Als dit hun mid-life crisis is, hebben ze de beste mid-life crisis die iemand zich kan wensen.

Te ruiken

Het is subtiel, maar soms loop ik rond door de tuin of het dorp en ruikt het zomaar naar honing of lavendel. Er bloeien namelijk nog steeds een heleboel bloemen. De agapanthussen in potten op het terras zien eruit als blauw vuurwerk op een steeltje. Ik ruik aan meloenen in de supermarkt om te weten of ze rijp zijn. Ik ruik olijfhout bij de houtbewerker op de markt (ik heb een nieuw zeepbakje voor in de keuken), samen met de handgemaakte zeepjes van de kraam verderop (we kochten vijf, waaronder lavendel, olijf en ezelmelk). Het is warm, maar ik stink niet naar zweet. Elke dag ga ik zwemmen en dan hoef ik niet te douchen. Zwemmen is blijkbaar heel goed tegen mijn nek- en hoofdpijn! Ik heb er bijna geen last meer van. Laten we als ik terug ben weer snel naar ons plekje in Amelisweerd.

Te proeven

Weet je nog dat ik zei dat fruit in Frankrijk rijper is? Dat blijkt dus bijna waar te zijn. De perziken zijn nog keihard, maar de meloenen en pruimen zijn zoet en zacht en het sap plakt waar het langs je pols stroomt. (Waarom klinkt het zo vunzig als ik over fruit praat?). We hebben op de markt groene knoflookolijven gekocht van een luide kale man met satéprikkertjes, waarvan ik gokte dat het de bedoeling was dat ik er een olijf mee kon prikken op te proeven. Kijk, ik hoef helemaal geen Frans te spreken om hier de mensen te kunnen verstaan!

Mijn vader en ik koken veel samen. We zetten dan een muziekje op (jazz, folk of studio Ghibli muziek) en doen per ongeluk een uur langer over het koken dan gepland, omdat we twee perfectionisten met aandachtsproblemen zijn. Gisteren hebben en quiche gemaakt (”Voilá, la quiche!”) en als dessert hadden we de *tarte tatin* waar mijn vader inmiddels zo’n beetje om bekend staat. En rond elf uur dronken we koffie met amaretto die mijn oma nog in de kast had staan.

Te voelen

Het is zo mooi hier dat ik er een beetje verdrietig van wordt. De eerste paar dagen waren een draaimolen van emoties. Vooral moe, dan weer geïrriteerd, maar ook afwisselend energiek en stil gelukkig. Stil gelukkig is wanneer je moe bent, maar de omgeving staat je niet toe om weg te zakken in de treurigheid. Het is lastiger om me terug te trekken sinds de vrienden van mijn ouders zijn aangekomen. Ik voelde me een beetje verjaagd, omdat ik uit mijn normale kamer moest om ruimte te maken voor die mensen. Mijn normale kamer heeft een ingebouwde kast met schuifdeuren, een groot houten bureau en een bed onder het raam zodat je sterren kan kijken. Maar nu slaap ik met Sjoerd op een donkere kamer met twee rode kinderbedden. We hebben gelukkig nog geen last gehad van elkaars slaapgeluiden. Het is wel fijn om weer eens met hem om te gaan. We zijn allebei wat meer volwassen en zijn eigenlijk een beetje op elkaar aangewezen met al deze vijftigplussers in de buurt. Onze ouders hebben vooral tijd om met hun vrienden te praten, terwijl ik ze best heb gemist…

Jezus, wat een lange brief. Neem dit maar als een uitnodiging om nog een langere terug te sturen. Ik hoor graag hoe het kamperen was met Bent en hoe het met je gaat. Heb je nog andere leuke dingen gedaan? Hoe gaat het met Bent en Azra? Laten we trouwens snel bellen, maar misschien hebben we dat al gedaan tegen de tijd dat deze brief aankomt.

Geurige, kleurige, iet-wat-teleurige groeten uit de Provence,

Flo